Nationaal Park Hortobagy
(83.000 ha)
De meest kenmerkende biotopen in het Karpatenbekken zijn steppen en steppe-achtige graslanden. In tegenstelling tot wat veel mensen denken zijn dit veelal primaire graslanden, hetgeen wil zeggen dat ze er van nature zijn en niet zijn gecreeerd door toedoen van mensen. Dit biotoop laat zich vergelijken met de steppes in het verre oosten. Je vind er dan ook dieren en planten waarvoor je anders veel everder naar het oosten zou moeten reizen om ze te zien, zoals Keizerarend, Sakervalk, Roodpootvalk. Hortobagy is het grootste aaneengesloten grasland in Europa. Het is ook een van de weinige vlakke gebieden waar enige horizon-vervuiling vaak totaal ontbreekt.
De Hortobagy is ook een erg mooi voorbeeld van hoe mensen en natuur kunnen coexisteren. De begrazing door schapen en koeien heeft er de biologische diversiteit door de eeuwen heen doen toenemen, als gevolg van het extensieve gebruik van het land. Het terugdringen van de begrazingsdruk leidt onmiddelijk tot de achteruitgang van soorten, zoals de Vorkstaartplevier, de Griel en de Duinpieper. Deze tendens was zichtbaar in de laatste decennia van de vorige eeuw toen vele staatsbedrijven failliet gingen, maar heeft zich daarna weer langzaam hersteld.

alkaline (zoute) graslanden tussen de visvijvers, met de paars bloeiende Lamsoor (Limonium gmellini)
De Hortobagy is een prachtig mozaiek van alkaline graslanden, loessteppes, natuurlijke moerassen, akkers, (meestal aangelegde) bossages en visvijvers. Door deze afwisseling is het gebied erg aantrekkelijk voor vogels. Er zijn 340 soorten (3/4 van alle europese soorten) waargenomen en 160 soorten broeden in het gebied. Dankzij beschermingsmaatregelen groeit de populatie Grote trappen er. Deze soort is erg afhankelijk van de afwisseling van akkers en steppes. In de akkers foerageren en nestelen de dieren, terwijl de steppes traditionele baltsgronden zijn. Ook het grote aantal Kraanvogels (bijna 100.000) dat er in het najaar enige weken verblijft is ook het gevolg van de structuur van het landschap. In de akkers en graslanden wordt gefoerageerd, terwijl de visvijvers dienst doen als slaapplaats.
In en om de visvijvers vind je ook veel reigerachtigen. Zelfs Ralreigers en Kwakken zijn een algemene verschijning. De bossages en steppes zijn het leef en jachtgebied van veel roofvogels als Sakerval, Roodpootvalk, Arendbuizerd en Ransuil.
Typische vlindersoorten zijn de Grote vuurvlinder, Oostelijke vuurvlinder, Oostelijk resedawitje, en verschillende luzernevlinders, zoals de Oostelijke luzernevlinder. Botanisten zullen er verrast opkijken van graslanden die worden gedomineerd door kwelder-achtige begroeiingen, met zoutminnaars als Lamsoor (Limonium gmellini).
In het voorjaar, tijdens de voorjaarsvogelreizen, trekt Farm Lator naar dit gebied om er o.a. Grote trappen, Griel, Waterrietzanger, Arendbuizerd an vele andere soorten te zien. In het najaar richten we ons op de Morinelplevieren, Dwergganzen, Roodhalsganzen, Roodkeelpieper en natuurlijk op de ongelooflijke aantallen Kraanvogels. In beide periodes zijn we minimaal een dag in de visvijvers met bijna lachwekkende aantallen reigers, waadvogels en Zeearenden.