het Karpatenbekken
Een keur aan biotopen
Het overgangsgebied van de Karpaten naar het Karpatenbekken biedt zeer gevarieerde landschappen met talloze verschillende biotopen die zijn geassocieerd met bergen, heuvels, rivieren en steppen. In NO Hongarije is deze overgang het best zichtbaar bij het Nationaal Park Bukk en de Kleine Hortobagy. Centraal in het gebergte gaan min of meer alpiene graslanden over in submontane Beukenbossen en Haagbeuken-eikenbossen. Lager en naar het zuiden toe tref je droge, mediterraanachtige Eikenbossen aan met een uitbundige ondergroei. De uitlopers van de heuvels worden doorsneden door beken met bloemrijke beekdalgraslanden in de dalen en uitgestrekte weidegraslanden op de heuvelruggen. Daardoor is er op veel plaatsen een volledige nat-droog gradient. De stroomdalen vervolgen vrij onopvallend hun weg door akkergebied alvorens ze verderop weer de ruimte krijgen in de steppegebieden van de Kleine hortobagy waar ze soms een natuurlijk meer of moeras vormen, temidden van kurkdroge, vaak alkaline (veel zout aan de oppervlakte), continentale steppegraslanden. De beken monden later uit in de Tizsa, die wordt begeleid door broekbos, hardhoutbos, vloeiweiden, moerassen, zeggemoerassen en wielen (oude afgesneden rivierbochten).
Hongaren hebben een reputatie hun natuur goed te beschermen. Daardoor zijn veel van deze genoemde biotopen in maagdelijke conditie. Op diverse plaatsen wordt dit moziek nog verrijkt door een traditioneel landgebruik (extensieve begrazing, de creatie van visvijvers, kleinschalige akkerbouw met wijngaarden, boomgaarden, hooilandjes etc) of vergelijkbaar traditioneel natuurbeheer (begrazing en hooilanden). Vooral in de zuidelijke uitlopers van het Bukk gebergte zijn deze kleinschalige landbouwgebieden nog intakt. Door dit mozaiek van natuurlijke en semi-natuurlijke habitats zijn veel soorten, die zeldzaam zijn in grote delen van Europa, algemeen in Hongarije. Bijvoorbeeld Kuifleeuwerik, Grauwe Gors, Scharrelaar, Bijeneter etc. De Nationale Parken zijn bovendien groot, wat het behoud van biodiversiteit vereenvoudigt t.o.v. kleine reservaten. Verschillende succesvolle beschermings projecten hebben de populatie van bedreigde diersoorten aanzienlijk versterkt. Denk aan de Keizerarend, Sakervalk en de Grote Trap.
Het klimaat in dit overgangsgebied is van complexe aard. Samen met de geologie van het gebied draagt dit sterk bij aan de vorming van een verscheidenheid aan mikroklimaten in mikrohabitats, hetgeen tot gevolg heeft dat de flora en fauna elementen herbergt van zowel alpiene, mediterrane als continentale aard, organismen met uiteenlopend aanpassingen, maar toch dicht bij elkaar.